Bloemfontein
Vorige week was ik samen met vier andere schrijvers, te weten Jaap Scholten, Frank Westerman, Dimitri Verhulst en Mira Feticu, te gast bij een groot kunst en literatuurfestival in Bloemfontein, Zuid Afrika. Zelden zag ik een land dat zoveel schoonheid verenigt met zoveel lelijkheid. De natuur is overweldigend, de achterdocht tussen verschillende bevolkingsgroepen is afschuwelijk.
Zuid Afrika is alles waar Stef Blok van droomt als hij het heeft over een failed state waar de integratie is mislukt. Sinds de afschaffing van de apartheid is de politieke macht in handen van het volstrekt corrupte ANC. De zoveelste illustratie dat een revolutie niets oplost: je ruilt het ene kwaad in voor het andere.
En veel is er volgens mij niet veranderd: met uitzondering van één restaurant heb ik in de bediening alleen maar zwarte mensen gezien: in ons guesthouse, in hotels en ook op het festival. Terwijl de, overwegend witte bezoekers, met elkaar in tenten zaten te discusieren over hoe je literaire, culturele grenzen moest doorkruisen werden de vuilnisbakken geleegd door zwarte mensen. Dat is het ingewikkelde volgens mij: er is geen apartheid meer, maar eigenlijk toch wel. Misschien is dit het beeld wel dat de relatie tussen wit en zwart omschrijft: je bent mishandeld door je man, maar je blijft bij hem, want hij verdient het geld.
Het wantrouwen is dan ook immens: om alle huizen staan hekken met prikkeldraad, bij de stoplichten in gevaarlijke wijken staan borden die zeggen dat je door rood licht mag rijden omdat stilstaan te gevaarlijk is in verband met carjacking. Onze, witte, gastvrouw van het guesthouse, drukte ons op het hart om ’s avonds nooit op straat te lopen en om de tralies die voor elke deur en elk raam zitten, altijd op slot te doen. Het gevolg is dat je vanzelf bang wordt voor zwarte mensen. Want ook al wordt het niet uitgesproken, iedereen weet: overvallen worden gepleegd door zwarte mensen. Niet omdat ze zwart zijn, maar omdat ze arm zijn. En die armoede herken je aan hun huidskleur.
Ook wij voelden het wantrouwen op het podium: tijdens een paneldiscussies met Zuid Afrikaanse schrijvers werd er voortdurend gehamerd op de schuld die witte mensen hadden. Het was haast onmogelijk om je niet aangesproken te voelen. Dus irriteerden wij ons mateloos, want ik weiger verantwoordelijkheid te nemen voor iets dat ik niet gedaan heb. En dus kwam de discussie geen millimeter verder.
Binnenkort wordt er gestemd over een wet die gedwongen landonteigeningen toe staat. Als die wordt aangenomen zal hetzelfde gebeuren als in Zimbabwe: witte boeren worden verdreven of vermoord, boerenbedrijven worden overgenomen door mensen die geen idee hebben hoe ze zo’n bedrijf moeten leiden, de economie zal instorten, buitenlandse bedrijven zullen hun handen van het land aftrekken, de armoede zal nog veel groter worden. Geen goed idee dus, al begrijp ik de roep om een rechtvaardiger verdeling van bezit heel goed. Als je ziet hoe mensen in townships als kakkerlakken op een vuilnisbelt moeten leven en je zet daartegenover de omheinde villa’s in de buitenwijken van Bloemfontein, dan begrijp je hoe revoluties ontstaan. Voeg daar het desastreuze apartheidsverleden bij en je hebt alle ingredienten voor een burgeroorlog.
Ik zou iedereen in Nederland die klaagt over onze hoge belastingen aanraden een weekje naar Zuid Afrika te gaan.








