Nu de discussie over migratie, als een veenbrand, weer is opgelaaid, wil ik graag een paar kanttekeningen maken.
Allereerst: er wordt steeds gesproken over vluchtelingen. Alsof alle vluchtelingen hetzelfde zijn. Het is net als met de huizenmarkt: die bestaat ook niet. De markt in Amsterdam is totaal anders dan die in Zeeland of Oost Groningen.
Ik heb voor het schrijven van mijn laatste roman veel rondgelopen in AZC’s en ik kan niet anders dan concluderen dat er enorme verschillen zijn. De meeste Syriers zijn redelijk goed opgeleid, spreken Engels en zijn ondernemend. Syrie wordt niet voor niets het Japan van het Midden Oosten genoemd. Daarbij zijn de meeste niet streng islamitisch. Dat heeft te maken met het regime van Assad die zelf Alewiet is, een vrij liberale stroming binnen de islam. Ondanks de afschuwelijke oorlog waar ze uit komen, hebben ze, denk ik, een redelijke kans van slagen in het Westen.
Dat geldt, vrees ik, niet voor bijvoorbeeld Eritreeers: ze zijn meestal slecht opgeleid en spreken nauwelijks Engels en zijn minder gemotiveerd. In de taalklassen voor nieuwkomers die ik de afgelopen jaren bezocht kwam ik nooit Eritreers tegen, maar wel Syriers, Iraniers, Koerden.
Ik geef onmiddellijk toe dat het alleen maar mijn beperkte observaties zijn, en dat het heel generaliserend is, maar het punt blijft: er zijn eindeloos veel verschillende vluchtelingen, met wisselende kansen op succes in onze maatschappij. Dat maakt de hele discussie zo ingewikkeld.
Het tweede punt dat ik wil maken is dat van de beoordeling of iemand recht heeft op asiel. Over een ding bestaat consensus: je hebt alleen recht op een verblijfsvergunning als je op de vlucht bent voor oorlog of ander geweld, niet als je om economische redenen komt. Maar dat is vrijwel niet te bepalen.
Hoe weet je of iemand ook komt uit het land van waaruit hij zegt te komen? En als je dat weet, hoe weet je dan of hij uit de streek komt waar hij zegt vandaan te komen? Want bijvoorbeeld in Afghanistan worden bepaalde gebieden als veilig beschouwd en andere niet. En hoe weet je of een streek veilig is? Regeringen baseren hun oordeel op rapporten van Ngo’s, maar die spreken elkaar geregeld tegen. Daarbij is zo’n rapport vaak multi interpretabel. Daarom leggen landen de bevindingen verschillend uit: Belgie vindt een gebied onveilig, terwijl Nederland hetzelfde gebied wel veilig vindt.
En dan zijn er nog de heel persoonlijke verhalen van vluchtelingen: de een is op de vlucht voor een oorlog, de ander omdat hij homoseksueel is, weer een ander omdat hij zegt Christen te zijn geworden. Hoe ga je na of dat waar is?
Het bepalen of iemand recht heeft op asiel is een onwaarschijnlijk arbeidsintensieve klus. Wil je dat goed doen dan moeten we de IND minstens tien keer zo groot maken en ik neem zomaar aan dat de politieke wil daarvoor ontbreekt. Daar zit hem ook de hypocrisie: iedereen roept om een rechtvaardig beleid, maar niemand aanvaardt de consequenties.
Het plan is nu om asielprocedures buiten Europa te laten plaatsvinden, zodat vluchtelingen niet de risicovolle reis door de woestijn en over zee hoeven te maken. Dat klinkt misschien beter, maar het betekent wel dat we weer deals gaan sluiten met corrupte, foute regimes. Net zoals we de afgelopen decennia olie-deals hebben gesloten met landen als Saoedie Arabie waar ze elke week op het marktplein hoofden afhakken.
Vluchtelingen zijn de nieuwe olie. Er bestaan geen beschaafde oplossingen voor een barbaars probleem.